Tijdens de gemeenteraadsvergadering van donderdag 3 juli jl. is de kadernota 2026, met daarin de voorjaarsnota 2025, afgetikt. De kadernota is een gebalanceerd stuk met allerlei voorstellen, zoals investeringen en ombuigingen. Er zijn nog allerlei ontwikkelingen in gemeenteland, maar dit is een eerste stap om te komen tot de begroting voor 2026. Fractievoorzitter Joey Leeuwinga van de VVD is tevreden: “We zijn blij dat we als gemeente ambitie tonen op tal van beleidsterreinen. Samen bouwen we aan een sterk en toekomstbestendig Stede Broec. De VVD kijkt uit naar de begroting welke we in november gaan behandelen.”
Lees hieronder de inbreng van de lokale VVD tijdens de raadsvergadering:
“Voorzitter,
Voor ons ligt de kadernota 2026 en verder en de voorjaarsnota 2025. De voorjaarsnota stelt de budgetten bij voor het lopende begrotingsjaar. Daar staan prima wijzigingsvoorstellen in en daar kan onze fractie daarom ook mee instemmen. Fijn dat we dit jaar kunnen investeren in onder andere de renovatie van Bessie in Lutjebroek en het Vermeulenstrandje.
Ook zien we dat we op het gebied van de openbare ruimte ook stappen zetten, zoals het veiliger maken van de fietsoversteekplaatsen aan de Stede Broecweg, de openbare ruimte en riolering in Lutjebroek en de nieuwe aanbesteding van het beheer van de openbare ruimte. Wij hebben er vertrouwen in dat we in de tweede helft van dit jaar al verbeteringen gaan zien van een effectiever groenbeleid en onkruidbestrijding. Wij zien in de oprichting van het Westfriese bestuurlijk interventieteam een enorme stapvoorwaarts in de integrale aanpak van ondermijning. Onze regio wordt hiermee een stuk veiliger!
Dan de kadernota. Met deze kadernota geven wij het college mee hoe zij de begroting moeten opstellen. Op dit moment hebben de donkere wolken van het ravijnjaar plaats gemaakt voor een zonnetje, maar het ravijnjaar 2028 is nog steeds in zicht. De ombuigingendiscussie die onze fractie als prettig heeft ervaren zal daarom in 2027 terugkomen, zolang het Rijk niet met een structurele oplossing komt. Tot 2028 kunnen wij voorlopig uit de voeten en we zijn dan ook blij dat we als gemeente ambitie tonen op tal van beleidsterreinen.
Dat we nu ambitie kunnen tonen komt mede door de ombuigingendiscussie. We hebben als raad goede gesprekken gevoerd en ook is er bij de gemeenschap veel input opgehaald. Voor ons ligt een pakket met ombuigingen. Niet alle ombuigingen zijn zonder pijn, maar dit pakket laat, zeker omdat ons financiële perspectief er eerder slechter voorstond, een evenwichtige verdeling zien. Onze financiële positie is verstevigd met een goed gevulde reserve. De financiële ruimte geeft raad en college de ruimte om ambitie te tonen, zoals investeren in het multifunctionele schoolgebouw in plan Zuid, het sportlandschap en centrumontwikkelingen. Wij zien nog steeds enkele posten in de ombuigingenrapportage als kansrijk om ook mee te nemen in de begroting, zoals vergroten inkomsten subsidies. We overwegen om hier met de begroting op terug te komen.
Later dit jaar en ook de komende jaren gaan we aan de slag met het strategisch vastgoedplan en het accommodatiebeleid. We streven met de uitvoering van dit beleid naar een toekomstbestendig voorzieningenniveau, passend bij onze gemeente. Wij denken dat mede met het opstellen van een accommodatiebeleid dat de raad en de inwoners meer inzichten kan worden gegeven wat organisaties aan subsidies en andere voorzieningen ontvangen van de gemeente. Ook zien wij uit naar de uitwerking van onze motie ‘Veiligheid op het water’.
De ontwikkelingen in onze inkomsten en uitgaven staan bepaald niet stil. De meicirculaire biedt bovendien meer financiële ruimte. Wij doen dan ook een oproep aan het college: neem bij het opstellen van de begroting de recentste inzichten mee, zoals die uit de mei- én septembercirculaire.
Tot slot voorzitter, wij zijn blij met de raadsperiode tot op heden. Mijn fractie ervaart de samenwerking in dit huis als positief en constructief. Wij zien een gemeenteraad en college die stappen wil zetten en het samen wilt doen. Samen bouwen we aan een sterk en toekomstbestendig Stede Broec.
Dank u wel.”