In de gemeente zijn we rijk met het verenigingsleven. Sport, spel, kunst en cultuur zijn sterk in de samenleving opgenomen. De meeste mensen zijn lid van een actieve club en gaan graag naar een clubavond. En als men geen lid is, dan nog zijn er tal van mogelijkheden om lichaam en geest te sterken. Stede Broec, het is een heerlijke plaats om te wonen. En toch zijn er verbeterpunten. Een vraaggesprek met Martien Krijger, lijsttrekker voor de VVD.
Als ‘sport en spel, kunst en cultuur’ zo belangrijk is, waarom staat er niet in jullie verkiezingsprogramma dat de VVD steun geeft aan de clubs?
Natuurlijk doen we dat. Natuurlijk steunen wij verenigingen. Het is hartverwarmend om mensen in gespannen bezig te zien om het uiterste uit zichzelf te halen. Of het nu gaat om kunstschilderen, fotografie of boetseren gaat, à capella zingen of gevoelig met de viool een Watermusic van Händel te horen spelen, het ontroert. En onze steun is niet alleen omdat het resultaat mooi is of leuk klinkt, het maken van kunst of het doen van een wedstrijd is goed voor lichaam en geest en dus goed voor het welbehagen.
Ik lees het tegenwoordig wel vaker “wij geven steun aan ..” Maar hoe, dat wordt er niet gezegd; wat heeft die club, de sportbeoefenaar of kunstenaar er aan dat er gezegd wordt dat ze ‘die en die’ steunen? Gaat het dan beter? Ik durf te zeggen dat sport- of kunstbeoefenaars daar helemaal niet aan denken.
In hoe verre steunen jullie dan de verenigingen?
Vanuit onze liberale gedachte is het prachtig om te zien dat mensen zich kunnen ontplooien, meestal zonder enige bemoeienis van de gemeente. Maar vaak genoeg is er om de club een steun in de rug te geven, om net dat beetje extra te kunnen doen een subsidie nodig. Het kan het verschil zijn tussen oefenen in de kou of in de warmte, een dirigent hebben uit-ons-midden, of een aantrekken die het orkest een niveau hoger optilt. Dan is een bescheiden subsidie nodig, om dat te bewerkstelligen. Een subsidie kan ook nodig zijn om de huur van een gebouw te betalen of een project te maken met een aantal verenigingen, waarbij er net geen geld genoeg is voor de huur van een podium. Kijk, dat is de steun die wij bedoelen; niet de steun om een club in het leven te houden, daar zijn de leden zelf voor nodig. De gemeente is geen suikeroom. Subsidie moet uitlegbaar zijn, transparant. Het geld is van de gemeenschap en die is niet gebaat bij een bodemloze put, zonder enge uitleg.
En is dat dan bijzonder? Het geld wordt nu ook toch goed besteed?
Het zal ongetwijfeld goed besteed worden. Iedereen is zich er van bewust dat met subsidie flink gesmeten mag worden (behalve bij de muziekschool). Maar nu is het zo dat de ene sportvereniging meer krijgt dan de andere en muziekvereniging A het dubbele van wat B krijgt, ook al heeft B meer leden. En dan heb ik het nog niet eens over de huurvergoedingen; daar is de transparantie al helemaal verdwenen.
Op zich is het niet vreemd hoe dat komt. We komen uit een tijd dat het geld haast niet op kon en de basis voor subsidie het ‘gat in de clubbegroting’ was. Alleen, de maatschappij is al een tijdje niet meer zo ingericht. Inwoners willen heldere uitleg hoe dat bedrag tot stand komt, op basis van heldere criteria; criteria als hoeveelheid jeugd of ouderen, aantal leden, beantwoording aan de doelstelling van het sport- of cultuurbeleid. En dus geen suikeroomgehalte van ‘u vraagt en wij draaien’.
En dan wordt er meteen bezuinigt?
Nee, het gaat om een juiste verdeling. Op zich weten we wel dat subsidie kan bijdragen aan een goed verenigingsleven. Het is toch van onschatbare waarde dat ons verenigingsleven zo bloeit!? Het is een kwestie van ‘samen dingen voor elkaar krijgen’, het bindt mensen en helpt tegen vereenzaming of sociale isolement, het verrijkt lichaam en geest. Subsidie is de spiering om het hogere, lees kabeljauw, binnen te halen. Het moet alleen beter verdeeld worden, niet afgepakt.
Vandaar ons motto: De gemeente moet zorgvuldig omgaan met úw geld, óók als het gaat om subsidies.