Stede Broec wil vooralsnog niet tornen aan de agrarische en detailhandel bestemmingen van percelen in de oude dorpslinten, ook al wijkt het feitelijk gebruik van die percelen soms sterk af van de bestemming. “Als we die oude bestemmingen wijzigen, heb je kans dat er planschades krijgen”, zegt wethouder Nootebos. En dat wil de gemeente natuurlijk niet.
Door de agrarische of detail handelsbestemming van een kavel te halen en te veranderen in wonen, omdat er simpelweg alleen nog gewoond wordt, heeft de eigenaar niet langer de mogelijkheid om planten, bloemen en groente langs de weg te mogen verkopen. Dus dealt de waarde van zijn pand als hij dit wilt verkopen, zo is de gedachte. En dus acht de gemeente de kans groot dat er bezwaarschriften zullen binnen zullen stromen wanneer de bestemmingen worden gewijzigd. Eens in de zoveel tijd maken we een nieuw bestemmingsplan aldus Nootebos. “In 2017 gaan we een nieuw bestemmingsplan maken voor het gebied tussen de overhaal Bovenkarspel en Hoogkarspel. “Of we dan echt op kavel niveau naar het gebruik gaan kijken, weet ik niet. Misschien is het wel verstandig dat we daarvoor eerst met de raad een discussie gaan voeren.” De kwestie is actueel doordat de VVD in Stede Broec onlangs een pleidooi hield om kleinschalige detailhandel bij mensen thuis te legaliseren. Aanleiding was het ingrijpen van de gemeente tegen Hortensia-verkoper Kees Veenbrink in Lutjebroek. Die mocht niet langer langs de PJ Jongstraat zijn planten verkopen nadat een bloemenzaak in het Streekhof hierover had geklaagd.
Willekeur
Op grond van het bestemmingsplan had Veenbrink geen poot om op te staan en hij moest noodgedwongen een winkelpand in zijn straat gaan huren. Omdat Stede Broec hiertegen optreedt als er wordt geklaagd, voelt Veenbrink zich benadeeld. De VVD wijst deze willekeur ook af. Nootebos: “Dit is heel lastig. Maar het is niet gezegd dat elke emmer langs de weg illegaal is”.
Bron: NHD
